gewicht

{{gewicht}}{{/term}}

1 [algemeen]poids 〈m.〉

2 [belang] importance 〈v.〉⇒ poids

♦voorbeelden:

1   het dode gewicht • le poids mort

     met zijn hele gewicht hangen aan • se pendre de tout son poids à

     zijn volle gewicht in de strijd werpen • se donner corps et âme à qc.

     〈figuurlijk〉 gewicht in de schaal leggen • peser dans la balance

     〈figuurlijk〉 dat legt gewicht in de schaal • ça va peser dans la balance

     bij het gewicht verkopen • vendre au poids

     zij ging gebogen onder het gewicht van haar verdriet • elle était écrasée par le poids de son chagrin

     〈figuurlijk〉 zijn gewicht in goud waard zijn • valoir son pesant d'or

2   hij is doordrongen van het gewicht van de zaak • il est pénétré de l'importance de l'affaire

     gewicht aan iets hechten • attacher de l'importance à qc.

     een persoon van gewicht • une personne de poids

Deens-Russisch woordenboek. 2015.